Skip to main content
30 april 2023
Samenvatting
Wat betekent de Wams voor de hulpverleningstaak van gemeenten binnen het sociaal domein? Je leest het in het tweede deel van een drieluik.
Volg qeep

Het Wams drieluik – hulpverlening

Wat kan er straks qua gegevensuitwisseling binnen het Sociaal domein onder de Wams?
30 april 2023

Om makkelijker gegevens uit te wisselen bij integrale samenwerking binnen het sociaal domein, is er straks de Wet aanpak meervoudige problematiek in het sociaal domein, ofwel de Wams. Wat deze wet betekent voor de toeleidingstaak van gemeenten, lees je in mijn vorige blog. In deel twee van dit drieluik ga ik verder in op wat de Wams betekent voor de hulpverleningstaak van gemeenten. Check ook dit VNG webinar.

Aanleiding



Vanuit toeleiding via hulpverlening naar coördinatie

Zoals je hebt kunnen lezen in mijn vorige blog, wordt er bij de aanpak van meervoudige problematiek in het sociaal domein onderscheid gemaakt tussen drie verschillende typen gemeentelijke taken met elk hun eigen wettelijk kader voor gegevensverwerking. De drie taken zijn:

  1. Toeleiding: alle taken die toezien op het proces, van eerste melding tot en met besluitvorming over gevraagde hulp.
  2. Hulpverlening: het – al dan niet op basis van een formeel besluit van de gemeente – daadwerkelijk uitvoeren van hulp.
  3. Coördinatie: het op elkaar afstemmen, en zo nodig bijstellen, van lopende interventies en dienstverlening bij meer dan één hulpvraag met een onderlinge samenhang.

Soms heeft een gemeentelijke professional meerdere taken, wat kan leiden tot vragen en problemen (het pettenvraagstuk). Het is daarom belangrijk om onderscheid te maken tussen deze taken. Maar welke bevoegdheden biedt iedere taak? Is iedere taak een wettelijke taak van de gemeente? En wat zijn de problemen waar gemeentelijke professionals tegenaan lopen? Middels een drieluik wil ik dit per taak toelichten. Vandaag lees je meer over de taak hulpverlening.

“Bepalend voor de gegevensverwerking en eventuele verstrekking van gegevens is niet bij wie de medewerker in dienst is, maar welke taak hij uitvoert en welke regels op die taak van toepassing zijn.”

Wat houdt de taak hulpverlening in?

Als gemeente heb je de taak om mensen te ondersteunen en begeleiden bij het vinden van de juiste zorg of ondersteuning in het sociaal domein, de hulpverleningstaak is hier onderdeel van. Hierbij kan het gaan om hulp of ondersteuning die is toegekend door het college van burgemeester en wethouders (B&W), vrij toegankelijke jeugdhulp of een algemene voorziening vanuit de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo).

De Wmo regelt o.a. de ondersteuning van mensen die niet zelfredzaam zijn en daarbij problemen ondervinden op het gebied van wonen, welzijn, zorg, en sociale participatie. Denk bijvoorbeeld aan begeleiding en dagbesteding of opvang in geval van huiselijk geweld en mensen die dakloos zijn. De Jeugdwet regelt de hulpverlening aan jongeren en gezinnen die problemen hebben op het gebied van opvoeding, ontwikkeling en/of psychische problemen. En dan is er ook nog de Participatiewet die regelt dat mensen met een arbeidsbeperking de juiste ondersteuning krijgen om aan het werk te kunnen en te blijven. De gemeente heeft de taak om deze hulpverlening te organiseren.

De hulpverleningswerkzaamheden zelf worden vaak uitgevoerd door gespecialiseerde professionals van jeugdhulp, algemene of maatwerkvoorzieningen en re-integratiebureaus. Ook het college van B&W kan optreden als aanbieder van deze voorzieningen, bijvoorbeeld wanneer de gemeente zelf een wijkteam heeft dat ook zelf de werkzaamheden uitvoert op het gebied van maatschappelijk werk of jeugdhulp. Ook kan het zijn dat een gemeente zelf jeugdhulpverleners in dienst heeft die jeugdhulp verlenen. Let op, dit is dan géén publiekrechtelijke taak, maar een privaatrechtelijke taak. In dat geval is de gemeente een jeugdhulpaanbieder en treedt zij dus niet op als bestuursorgaan. Daar hoort een andere grondslag bij en de Wams is in deze situatie niet van toepassing.

Wijkteams en het pettenvraagstuk

Sinds de decentralisaties van overheidstaken vervullen medewerkers in het sociaal domein vaak meerdere taken. Bij elke ‘pet’ geldt een ander juridisch kader voor de verwerking van persoonsgegevens. Het pettenprobleem ontstaat doordat het juridisch kader voor de hulpverlening zelf een ander is dan het kader voor de toeleiding naar hulpverlening. Hierdoor ontstaat er rond kwetsbare huishoudens vaak discussie tussen hulpverlener en gemeente over het wel of niet mogen delen van gegevens. Want is een ambtenaar die hulpverleningstaken uitvoert een ambtenaar of een hulpverlener? Geldt het beroepsgeheim bij hulpverleningstaken? Wie is er verwerkingsverantwoordelijke? En wanneer mag de professional bij samenwerking welke gegevens delen? Ik leg het graag uit aan de hand van een voorbeeld.

Bij de verwerking van gegevens voor hulpverleningswerkzaamheden zijn de regels uit de zogenaamde bijhorende materiewetten (Wmo, Jeugdwet, Participatiewet en Wet gemeentelijke schuldhulpverlening (WGS)) van toepassing. Deze regels gelden voor de aanbieders van algemene of maatwerkvoorzieningen, jeugdhulpverleners, re-integratiebureaus of schuldhulpverleners. Het maakt daarbij niet uit of de medewerker die de hulp of ondersteuning biedt in dienst is van de gemeente, een wijkteamorganisatie of van een aanbieder van specifieke voorzieningen of hulp. Bepalend voor de gegevensverwerking en eventuele verstrekking van gegevens is niet bij wie de medewerker in dienst is, maar welke taak hij uitvoert en welke regels op die taak van toepassing zijn. Ofwel voert de medewerker een publiek- of privaatrechtelijke taak uit?

Praktijkvoorbeeld

Binnen een gezin is er een kind dat ernstige gedragsproblemen heeft op school en thuis. De ouders maken zich zorgen en hebben moeite om het gedrag van hun kind te begrijpen en er mee om te gaan. Het kind heeft intensieve hulp nodig. De gemeente kan in dit geval de individuele voorziening voor jeugdhulp aanbieden, waarbij het kind bijvoorbeeld begeleiding krijgt van een jeugdhulpverlener of in een behandelgroep wordt geplaatst. De gemeente beoordeelt dan welke vorm van hulp het meest passend is en welke organisatie deze hulp kan bieden. Wanneer de gemeente zelf een wijkteam heeft dat werk verricht op het gebied van maatschappelijk werk of jeugdhulp, kan er een jeugdhulpverlener van dit wijkteam worden ingeschakeld. Deze hulpverlener gaat het gezin helpen om deze problemen aan te pakken. Daarbij kan de jeugdhulpverlener kiezen om het gezin door te verwijzen naar een psycholoog of een andere zorgverlener, of de jeugdhulpverlener kan zelf hulp en ondersteuning bieden.

In dit geval voert de ambtenaar een privaatrechtelijke taak uit als hulpverlener. Omdat de hulpverlener verantwoordelijk is voor de hulpverleningstaak in het sociaal domein, is de hulpverlener ook verantwoordelijk voor de verwerking van persoonsgegevens die deze taak met zich meebrengt. De hulpverlener is dus verwerkingsverantwoordelijke. Ook is de hulpverlener verantwoordelijk voor de dossiervorming. Daarbij spelen ook de beroepscode en/of het beroepsgeheim een rol. Gegevens in het hulpverleningsdossier vallen namelijk onder het wettelijk beroepsgeheim van de Jeugdwet, Beroepen Individuele Gezondheidszorg (BIG) en de Wet op de geneeskundige behandelovereenkomst (WGBO). Deze wetten gelden voor alle jeugdhulpverleners. Dit betekent dat de jeugdhulpverlener geen vertrouwelijke informatie over het gezin mag delen met derden zonder toestemming van het gezin of zonder dat daar een wettelijke grondslag voor is. Het beroepsgeheim geldt overigens niet alleen voor informatie die tijdens het contact met het gezin wordt verkregen, maar ook voor alle andere informatie die de jeugdhulpverlener over het gezin heeft, bijvoorbeeld uit dossiers of overleg met andere hulpverleners. In het algemeen geldt dat het beroepsgeheim van de jeugdhulpverlener zeer strikt wordt gehandhaafd om de privacy van het gezin te waarborgen en het vertrouwen in de hulpverlening te behouden. Wel zijn er een paar uitzonderingen op het beroepsgeheim, bijvoorbeeld wanneer een vermoeden is van kindermishandeling.

Wat gaat er veranderen met de Wams?

Niet veel. Voor de meeste gemeenten geldt namelijk dat ze zelf niet of nauwelijks als hulpverlener optreden. Voor deze gemeenten verandert er dus ook niks. Voor de enkele gemeenten die dit wel doen, geldt dat dit vaak gaat om een lichte vorm van hulpverlening. Voor deze gemeenten verandert de Wams daar niets aan.

“De komst van de Wams verandert de hulpverleningstaak van gemeenten niet. Wel stimuleert en legitimeert de Wams straks een integrale aanpak en gegevensverwerking van hulpverlening.”

Conclusie

De verandering zit vooral bij de coördinatietaak – de volgende blog 😉

De hulpverleningstaak zelf is geen wettelijke taak voor gemeenten. Wel is de gemeente verantwoordelijk voor de Wet maatschappelijke ondersteuning, de Participatiewet en de jeugdhulp. De komst van de Wams verandert de hulpverleningstaak zelf niet. Wel stimuleert en legitimeert de Wams straks een integrale aanpak en gegevensverwerking van hulpverlening aan mensen met meervoudige problematiek, waarbij samenwerking en preventie belangrijke aspecten zijn. Dit zal waarschijnlijk weer een positief effect hebben op de hulpverleningstaak van professionals in het sociaal domein en daarmee is de Wams een aanvulling op deze wettelijke taak.

Wil je naar aanleiding van deze blog meer weten over hoe je als gemeente het zorgvuldig delen van gegevens in het sociaal domein goed kunnen bestendigen? Schrijf je dan in voor de opleiding ‘Gegevensdeling in het Sociaal Domein 2022-2023’


Senior Adviseur Security & Privacy bij qeep IT safe.
r.schoemaker@qeep.nl